Contact


Neemt u gerust contact op

Iban: NL67INGB0009432064

KvK: 80795358

Postadres: Vittoria Law | Elzenlaan 61|1214 KK Hilversum

Locatie: Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam

Verhuurder aansprakelijk voor schade door afwezigheid van veiligheidsglas in een deur?

jan. 22, 2022

De bezoeker van een appartement heeft een ongeval gehad. Hij is op die datum door het glas van de voordeur van een woning gevallen en heeft daarbij letsel opgelopen. De genoemde woning wordt door de woningstichting verhuurd aan de vriendin van de bezoeker. In de desbetreffende voordeur zitten twee glaspanelen met daartussen een middenstuk. Op de datum van het ongeval bestonden de glaspanelen uit enkel glas (floating glas). De gebroken glaspanelen zijn vervolgens in opdracht van de woningstichting gerepareerd en vervangen door veiligheidsglas. De bezoeker heeft de woningstichting aansprakelijk gesteld voor de schade die hij als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog zal lijden. De woningstichting heeft haar aansprakelijkheid bij brief van haar verzekeraar afgewezen.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18 januari 2022 - ECLI:NL:GHSHE:2022:103


De bezoeker heeft na afwijzing van aansprakelijkheid een procedure opgestart bij de rechtbank, met het verzoek aan de rechter om te oordelen dat de woningstichting aansprakelijk is op grond van artikel 6:162 en/of 6:174 BW. De rechtbank heeft de vorderingen van de bezoeker afgewezen. De bezoeker ging vervolgens tegen dit oordeel van de rechtbank in hoger beroep en legt de kwestie voor aan het gerechtshof 's-Hertogenbosch.


Standpunt bezoeker


Het gerechtshof laat zich vervolgens uit over de vraag of de woningstichting mogelijk tóch op grond van artikel 6:162 en/of 6:174 BW aansprakelijk kan worden gehouden.


Het gerechtshof overweegt daarbij dat voor het oordeel of een opstal - in deze zaak gaat het in het bijzonder om een voordeur met floating glas - voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld, en dus niet gebrekkig is, het aankomt op de, naar objectieve maatstaven te beantwoorden vraag of deze deur, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op de voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn. Getoetst moet dus worden aan de zogenaamde “kelderluikcriteria” (HR 7 oktober 2016, ECLI:NL:HR:2016:2283).


Het hof stelt voorop dat de stelplicht en de bewijslast met betrekking tot de feiten en omstandigheden die ten grondslag worden gelegd aan een op art. 6:174 lid 1 BW gebaseerde vordering, in beginsel op de eisende partij rusten - namelijk de bezoeker.


De bezoeker stelt dat de voordeur met enkel glas kan leiden tot een gevaarlijke situatie met een gerede kans op letsel. De voordeur voldoet qua veiligheid niet aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld zodat sprake is van een onrechtmatige gevaarzetting. De NEN-norm 3569 geldt als een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm waaraan in het kader van de veiligheid voldaan moet worden. Deze norm impliceert dat in de voordeur veiligheidsglas moet zitten. Indien er veiligheidsglas in de voordeur zou hebben gezeten, zou de bezoeker niet het letsel hebben gehad dat hem nu is overkomen. Als gevolg van het breken van het glas en het in aanraking komen met de scherpe glasscherven, heeft de bezoeker ernstig letsel opgelopen - aldus de bezoeker zelf.


Oordeel gerechtshof


Naar het oordeel van het hof zijn voor de beantwoording van deze vraag met name de navolgende omstandigheden van belang.


Redelijkerwijs te verwachten gebruik


Allereerst moet worden vastgesteld welk gebruik van de deur te verwachten is. Het gaat hier om de voordeur in een privé woning. De deur heeft een (houten) omlijsting (aan de onderzijde breder dan aan de bovenzijde), heeft een middenstuk met daarin verwerkt een brievenbus, heeft een (mat) glaspaneel onder het middenstuk en een groter (mat) glaspaneel boven het middenstuk. Verder is de deur voorzien van een klink zowel aan de binnenkant als de buitenkant. De woningstichting heeft op dit punt onbetwist gesteld dat deze voordeur vooral wordt gebruikt door de eigen bewoners en naaste familie/vrienden; zij wordt minder intensief gebruikt dan een deur in een openbare ruimte.


Het aanraken van de glaspanelen is voor het te verwachten gebruik van de deur niet nodig en een oplettende en voorzichtige gebruiker van de deur zal de panelen dan ook niet aanraken. Onbetwist is de stelling van de woningstichting dat eenieder die met een voordeur met (enkel) glas te maken heeft, een bepaalde mate van oplettendheid en voorzichtigheid in acht zal nemen omdat algemeen bekend is dat glas kan breken.


Mate van waarschijnlijkheid niet-inachtneming vereiste oplettendheid


Daarmee is niet gezegd dat de deur voldoet aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld. Er dient ook aandacht te worden besteed aan de mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht. De glaspanelen moeten een bepaalde sterkte hebben zodat zij niet breken op het moment dat daar een bepaalde kracht op wordt uitgeoefend.


Hoe sterk de floating glaspanelen zijn en bij welke mate van krachtsuitoefening de panelen breken, is door de bezoeker niet gesteld. Zijn stelling is dat de glaspanelen kunnen breken met als gevolg dat er (scherpe) glasscherven ontstaan en dat zij om die reden niet voldoen aan de eisen die daaraan gesteld kunnen worden. Het hof verwerpt deze stelling. Niet iedere kans op schade verplicht tot het treffen van voorzorgsmaatregelen.


Toedracht ongeval


Partijen discussiëren over de toedracht van het ongeval. De bezoeker stelt dat het gaat om het tegenhouden van een, als gevolg van tocht dichtslaande deur terwijl de woningstichting aangeeft dat de bezoeker mogelijk door de deur is gevallen/gestruikeld, mogelijk als gevolg van een vechtpartij. Feit is dat de bezoeker met zijn gehele rechterarm door de bovenste glasplaat is gegaan en dat een glasscherf (die waarschijnlijk nog in het kozijn hing) in zijn oksel terecht is gekomen met als gevolg dat een of meerdere zenuwen zijn geraakt. De toedracht kan van invloed zijn op de mate van krachtsuitoefening die op de glaspanelen heeft plaatsgevonden.


Het gerechtshof merkt vervolgens op dat er naar objectieve maatstaven de vraag te beantwoorden is of de deur voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Daarbij is mede van belang hoe groot de kans is dat de glaspanelen bij het stoten ertegen breken en daarvoor is van belang hoe sterk het glas is en bij het uitoefenen van welke kracht de panelen breken. Vervolgens moet dan worden beoordeeld hoe groot de kans is dat een dergelijke kracht op de glaspanelen als gevolg van onvoorzichtig of onoplettend handelen wordt uitgeoefend.


Hoegrootheid van een kans


De woningstichting heeft onbetwist gesteld dat zij ongeveer 4.800 woningen in bezit en beheer heeft en dat een aanzienlijk deel van deze woningen voordeuren heeft met floating glas. Bij haar heeft zich niet eerder een soortgelijk incident voorgedaan. Het hof stelt vast dat de bezoeker , zoals de rechtbank heeft overwogen, geen cijfers heeft overgelegd van ongevallen waarbij het enkel glas in voordeuren van woningen is gebroken. De bezoeker heeft zijn stelling dat de de kans op verwezenlijking van het gevaar, zijnde het breken van de glasplaten, aanzienlijk of groot is, onvoldoende onderbouwd in het licht van het verweer. Deze gestelde grootte van de kans staat dus niet vast.


Bezwaarlijkheid te nemen maatregelen


Daarbij komt dat volgens de woningstichting de onderhoudskosten die verbonden zouden zijn aan het vervangen van het floating glas door veiligheidsglas in alle voordeuren voor de woningstichting een aanzienlijke kostenpost zou opleveren. De woningstichting becijfert dit op basis van de door de bezoeker aangegeven kostenpost per woning van € 180,00, op minimaal € 864.000,00. De bezoeker heeft dit niet betwist. Nu de gestelde grootte van de kans niet vaststaat, kan evenmin worden vastgesteld dat dat deze veiligheidsmaatregelen redelijkerwijs gevergd kunnen worden van de woningstichting, zoals de bezoeker stelt. Dit kan immers niet worden afgewogen tegen (onder meer) die gestelde grootte van de kans.


NEN-normen


De bezoeker doet een beroep op de NEN norm 3569, inhoudende dat gevelelementen met een borstwering lager dan 850 mm moeten worden voorzien van veiligheidsglas. De voordeur voldoet niet aan deze norm. Dit wordt door [woningstichting] niet althans onvoldoende betwist. De vraag is welke invloed het bestaan van deze norm heeft op de beoordeling van de vorderingen. NEN-normen zijn standaardnormen die tot stand komen op initiatief van het Nederlandse Normalisatie Instituut, het NNI. Dit is een privaatrechtelijk instituut en de normen zijn een vorm van zelfregulering, aldus de bezoeker. De rechtbank heeft overwogen dat naleving van deze norm niet dwingendrechtelijk is voorgeschreven. In de toelichting op grief 2 stelt de bezoeker dat de norm als een maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm moet worden beschouwd en dat deze norm de wettelijke norm van artikel 1a lid 2 van de Woningwet inkleurt. De woningstichting stelt daartegenover dat het niet opnemen van de NEN-norm in de wettelijke voorschriften juist erop duidt dat er geen zorgvuldigheidsnorm geschonden is indien de norm niet wordt nageleefd.


Het hof is van oordeel dat het bestaan van de NEN-norm een factor is die in de beoordeling moet worden betrokken. Het is een standaardnorm die gebruik van veiligheidsglas eist. Veiligheidsglas beperkt het risico van letsel door het breken van glas ten gevolge van stootbelasting. Zou veiligheidsglas in de deur zijn geplaatst, dan zouden er bij het ongeval geen scherpe glasscherven zijn ontstaan en zou naar verwachting de kans kleiner zijn geweest dat de bezoeker niet het letsel hebben opgelopen zoals hem dat nu wel is overkomen.


Het hof acht evenwel het bestaan van deze NEN-norm niet van doorslaggevend belang. De woningen zijn in de jaren vijftig gebouwd en in 1985 gerenoveerd. De hier in het geding zijnde voordeur is toen in de woning geplaatst met daarin het (floating) glas alsook in vele andere woningen van  de woningstichting. Destijds was er geen wettelijke verplichting om veiligheidsglas in de deuren te plaatsen. Ook nu is er geen wettelijke plicht daartoe. Er zijn wel NEN-normen met een wettelijke plicht tot naleving op grond van de Woningwet en het Bouwbesluit, maar de onderhavige norm behoort daar niet toe. Noch voor nieuwbouw noch voor bestaande bouw, noch voor glazen beweegbare scheidingsconstructies of voor kleine glaspanelen in deuren is er een wettelijke verplichting tot het plaatsen van veiligheidsglas, terwijl het risico op glasbreuk in de onderhavige constructie, afgezet tegen bijvoorbeeld een volledig glazen klapdeur in een school, beduidend kleiner is. Het hof verwijst naar de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 juli 2016 (ECLI:NL:RBGEL:2016: 4565), waarop beide partijen zich beroepen.


Conclusie


Op grond van het vorenstaande oordeelt het gerechthof dat in rechte niet is komen vast te staan dat de voordeur niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. De woningstichting is als opstaleigenaar op grond van art. 6:174 BW noch op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk voor de schade die de bezoeker als gevolg van het ongeval heeft geleden en nog lijdt.








door Tim Warnsinck 22 mei, 2023
Slachtofferhulp: Het bieden van steun en herstel Verschillende vormen van criminaliteit, geweld en trauma’s spelen helaas voor veel mensen een in rol in hun leven. De impact die deze ervaringen op een mens hebben, kunnen verwoestend zijn. Dit geldt zowel voor hun naasten. Om deze mensen steun te bieden bij het herstellen van hun leven is het systeem van Slachtofferhulp ontwikkeld. In deze blog wordt besproken wat slachtofferhulp precies inhoudt, welke steun slachtofferhulp biedt, hoe slachtoffers in aanmerking kunnen komen voor deze hulp en welke hulp een slachtofferadvocaat in dit proces kan bieden.
door Tim Warnsinck 31 mrt., 2023
Het gerechtshof Den Haag heeft op 28 februari jl. arrest gewezen in een zaak waarbij Nationale Nederlanden (“NN”) en Achmea besloten hebben om geen zaken meer te doen met een belangenbehartiger en hem op te nemen in de interne (“IVR”) en externe (“EVR”) frauderegisters. De verzekeraars hebben deze maatregelen genomen omdat zij zich op het standpunt stelden dat de bewuste belangenbehartiger een letselschadeclaim van een cliënt dubbel had ingediend bij beide verzekeraars. De voorzieningenrechter gaf in eerste aanleg de verzekeraars gelijk, maar hoe dit in het door de belangenbehartiger ingestelde hoger beroep afliep, lees je in deze blog van Julia Brugmans .
door Tim Warnsinck 23 mrt., 2023
Een verward persoon is door de politie meegenomen naar een politiebureau, waarna hij in een cel is geplaatst. In de cel heeft de persoon zelfdestructief gedrag vertoond en als gevolg daarvan letselschade opgelopen. Is de politie aansprakelijk voor de schade die hieruit voortvloeit? Je leest het in deze blog van Julia Brugmans.
door Tim Warnsinck 22 mrt., 2023
Een pedagogisch medewerker van een zorginstelling voor jongeren tussen de 12 en 23 jaar is tijdens zijn werkzaamheden door een jongere gebeten in zijn borst. Dit gebeurde bovenaan een trap waar zich een plateau bevindt met een deur die leidt naar de slaapzalen. Als gevolg van deze beet is zijn borstspier afgescheurd. De medewerker stelt zijn werkgever aansprakelijk voor de schade die hij heeft opgelopen en waar hij tot op de dag van vandaag nog altijd last heeft. Is de werkgever aansprakelijk voor de schade van de werknemer? Je leest het in deze blog van Julia Brugmans.
door Tim Warnsinck 24 jul., 2022
Stel; u overkomt een arbeidsongeval op weg naar het werk. Of u overkomt een verkeersongeval tijdens werktijd. Wat is de definitie woon werk ongeval? Is er een verzekering woon werk verkeer? Dat zijn allemaal vragen die opkomen na een ongeval tijdens woon-werk verkeer. In deze blog leest u alle antwoorden op deze vragen.
door Tim Warnsinck 24 jul., 2022
Wat is een beroepsziekte, wie bepaalt een beroepsziekte en hoe kan ik mijn werkgever aansprakelijk stellen? Het zijn allemaal vragen die opkomen als je denkt een beroepsziekte te hebben. In deze blog krijg je antwoord op al deze vragen.
door Tim Warnsinck 23 jul., 2022
Stel; je bent in behandeling geweest bij een (para)medicus en denkt dat er wat fout is gegaan. Wat valt onder een medische fout? Kan je een ziekenhuis aansprakelijk stellen? Hoeveel schadevergoeding na medische fout? Krijg ik hulp bij medische fouten? Je leest het allemaal in deze blog!
door Tim Warnsinck 22 jul., 2022
#aanrijding tegenpartij liegt #aanrijding gehad niet mijn schuld #wie is aansprakelijk bij schade? #tegenpartij erkent geen aansprakelijkheid #aansprakelijkheid autoschade #ik heb iemand aangereden wat nu #wie is aansprakelijk bij autoschade #wie meldt schade bij aanrijding #wie is aansprakelijk bij een botsing
door Tim Warnsinck 21 jul., 2022
Als jouw dier bij een ander schade veroorzaakt dan kan het zijn dat jij deze schade dient te vergoeden. Wanneer ben je aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een dier?
door Tim Warnsinck 20 jul., 2022
Het kan dat je aansprakelijk wordt gesteld voor een gebrekkige opstal. Wat is een gebrekkige opstal precies? Wanneer ben je aansprakelijk voor een gebrekkige opstal (6:174 BW)?
Meer posts
Share by: