Tel. 035-2031162
E-mail: tim@vittorialaw.nl
Iban: NL67INGB0009432064
KvK: 80795358
Postadres: Vittoria Law | Elzenlaan 61|1214 KK Hilversum
Locatie: Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Hoge Raad, 11 februari 2022 ECLI:NL:HR:2022:166
De onderhavige vragen zien op met name in de jaren '80 en '90 afgesloten beleggingsverzekeringen. Einde vorige eeuw werden er massaal beleggingsverzekeringen afgesloten tussen consumenten en banken en verzekeraars. Wat de banken en verzekeraars er niet bij vertelden, was dat er een groot gedeelte van de inleg van de consumenten ingehouden werd onder de noemer 'kosten' en/of 'risicopremie. Aan het einde van de vaak lange looptijd bleek dan dat de beleggingsverzekering - in de laatste jaren ook wel als 'woekerpolis' bekend komen te staan - lang niet zoveel had opgeleverd als door de banken en verzekeraars was voorgespiegeld. Dit kwam met name door het inhouden van de voornoemde kosten en risicopremies.
De vragen aan de Hoge Raad
De banken en verzekeraars hebben zich altijd op het standpunt gesteld dat zij voldeden aan de wet- en regelgeving zoals die destijds gold en dat zij daarmee voldoende had gedaan om de consumenten te informeren over de in te houden kosten en risicopremies. Het gerechtshof Den Haag is hier nog niet zo zeker van en heeft daarom besloten om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Die zijn als volgt;
Antwoorden Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat in het arrest NN/Van Leeuwen van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU), onder verwijzing naar het arrest Axa Royale Belge, geoordeeld is dat art. 31 lid 3 van de Derde Levensrichtlijn zo moet worden uitgelegd dat “het niet eraan in de weg staat dat een verzekeraar op grond van algemene beginselen van intern recht, zoals de in het hoofdgeding aan de orde zijnde ‘open en/of ongeschreven regels’, gehouden is de verzekeringnemer bepaalde informatie te verstrekken in aanvulling op die vermeld in bijlage II bij die richtlijn, mits – het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dit te verifiëren – de verlangde informatie duidelijk en nauwkeurig is en noodzakelijk voor een goed begrip door de verzekeringnemer van de wezenlijke bestanddelen van de verbintenis en zij voldoende rechtszekerheid waarborgt”. verwijzende rechterlijke instantie om dit te verifiëren – de verlangde informatie duidelijk en nauwkeurig is en noodzakelijk voor een goed begrip door de verzekeringnemer van de wezenlijke bestanddelen van de verbintenis en zij voldoende rechtszekerheid waarborgt”.
Op grond van het arrest NN/Van Leeuwen is het de rechter die een oordeel dient te geven over de vraag of bepaalde informatieverplichtingen richting de verzekeringnemer die naar maatstaven van burgerlijk recht rusten op de verzekeraar bij het aangaan, sluiten of uitvoeren van een beleggingsverzekering, voldoen aan de vereisten van art. 31 lid 3 Derde Levensrichtlijn. Daarvoor moet volgens de Hoge Raad door de lagere rechter worden vastgesteld of naar burgerlijk recht verplichtingen tot het verstrekken van aanvullende gegevens - naast de door artikel 31 lid 3 Derde Levensrichtlijn al verlangde gegevens, op de verzekeraar rusten en zo ja, welke.
Vervolgens moet worden beoordeeld of die verplichtingen i) betrekking hebben op gegevens die duidelijk en nauwkeurig zijn, ii) noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de wezenlijke bestanddelen van de aangeboden of tot stand gekomen beleggingsverzekering, en iii) voldoende rechtszekerheid waarborgen.
Aan de derde eis is voldaan als die verplichtingen de verzekeraar in staat stellen met een voldoende mate van voorspelbaarheid vast te stellen welke aanvullende informatie hij dient te verstrekken en de verzekeringnemer kan verwachten. Hierbij valt in aanmerking te nemen dat het aan de verzekeraar is om de aard en de kenmerkende eigenschappen van de door hem aangeboden verzekeringsproducten te bepalen, en dat deze dan ook in beginsel zou moeten kunnen vaststellen welke kenmerkende eigenschappen van die producten rechtvaardigen dat de verzekeringnemer aanvullende informatie moet worden verstrekt.
Conclusie
Kortom, dat banken en verzekeraars aan de destijds geldende wet- en regelgeving hebben voldaan moge zo zijn, maar dat houdt niet (automatisch) in dat zij hiermee aan haar informatieverplichting richting de (aspirant-)verzekerden heeft voldaan. Wanneer dat wél het geval is, dient de burgerlijke rechter te beoordelen. Binnenkort zal het gerechtshof Den Haag zich opnieuw over de zaak buigen.
Wilt u het hele stuk teruglezen, klik dan hier. De Conclusie van AG Hartlief leest u hier.
Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Locatie Amersfoort
Krommestraat 70 | 3811 CD | Amersfoort
Locatie Hilversum:
Elzenlaan 61 | 1214 KK | Hilversum