Tel. 035-2031162
E-mail: tim@vittorialaw.nl
Iban: NL67INGB0009432064
KvK: 80795358
Postadres: Vittoria Law | Elzenlaan 61|1214 KK Hilversum
Locatie: Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, d.d. 08-02-2022; ECLI:NL:GHSHE:2022:295
Aan het arrest van het hof zijn een veelheid aan medische onderzoeken en expertises vooraf gegaan, waar beide partijen op hebben mogen reageren. Vervolgens gaat het hof over tot een beoordeling van de zaak. Die is als volgt.
Werkgeversaansprakelijkheid, artikel 7:658 BW
Het hof stelt voorop dat als een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke omstandigheden én hij schade aan zijn gezondheid heeft opgelopen, dat het door de werknemer te bewijzen oorzakelijk verband tussen de werkzaamheden en die schade in beginsel worden aangenomen indien de werkgever heeft nagelaten de maatregelen te treffen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden dergelijke schade lijdt.
Het hof wijst er daarbij wel op dat voor de toepasbaarheid van deze regel éérst nodig is dat de werknemer niet alleen stelt en zo nodig bewijst dat hij zijn werk heeft moeten uitvoeren onder omstandigheden die schadelijk kunnen zijn voor zijn gezondheid, maar ook dat hij stelt en zo nodig aannemelijk maakt dat hij lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen zijn veroorzaakt. Deze regel drukt het vermoeden uit dat de gezondheidsschade van de werknemer is veroorzaakt door de omstandigheden waarin deze zijn werkzaamheden heeft verricht. Dat vermoeden wordt gerechtvaardigd door hetgeen in het algemeen bekend is omtrent de ziekte en haar oorzaken, alsook door de schending door de werkgever van de veiligheidsnorm die beoogt een en ander te voorkomen (HR 17 november 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8369, HR 23 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW6166 en HR 9 januari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BF8875). Gelet daarop is voor dat vermoeden geen plaats in het geval het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker of te onbepaald is (HR 7 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1717 en BZ1721).
Het hof stelt vast dat uit het rapport van de arbeidsdeskundige niet blijkt dat de functie van werknemer belastend voor de rug was, maar dat het werk slechts mogelijk belastend voor de rug was op de onderdelen duwen en trekken en het met regelmaat verslepen van zware lasten. Verder bleek uit het onderzoek dat er regelmatig sprake was van staan en lopen tijdens het werk en afwisseling van houding, maar ook dat werkgever technische maatregelen heeft genomen ter voorkoming van mogelijke rugbelasting. Dat de belasting op die onderdelen mogelijk in enige mate belastend voor de rug was, houdt volgens het hof nog niet dat aannemelijk is dat de klachten aan de rug zijn veroorzaakt door de werkomstandigheden. Het hof wijst op de verklaringen van de andere deskundigen, waarbij de orthopedisch chirurg en verzekeringsarts aangeven dat de rugklachten van de werknemer net zo goed kunnen zijn ontstaan zonder enige belastende activiteit. Verder wijst de orthopedisch chirurg erop dat dat de afwijkingen in de rug passen bij het normale patroon van veroudering. Ook maakt het hof uit het rapport van de orthopedisch chirurg op, dat de door werknemer ervaren chronische pijnklachten veroorzaakt worden door normale veroudering.
Het hof acht met oog op het voorgaande niet aangetoond dat er een causaal verband is tussen de gestelde rugklachten en de werkzaamheden die de werknemer voor de werkgever heeft verricht. Het hof ziet dus ook geen aanleiding om de werkgever te veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan de werknemer op grond van artikel 7:658 lid 2 BW.
Ruimte voor proportionele aansprakelijkheid?
De werknemer heeft ook aangevoerd dat het hof moet uitgaan van proportionele aansprakelijkheid. Het hof wijst erop dat de Hoge Raad in zijn arrest van 7 juni 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BZ1721, zie rov. 4.3.2) heeft bepaald dat proportionele aansprakelijkheid slechts bedoeld is voor gevallen waarin niet kan worden vastgesteld of de schade is veroorzaakt door een normschending van de aansprakelijk gestelde persoon of van iemand voor wie hij aansprakelijk is, dan wel door een oorzaak die voor risico van de benadeelde zelf komt - ofwel door een combinatie van beide oorzaken. Daarbij moet de kans dat de schade door de normschending is veroorzaakt, niet heel klein maar ook niet heel groot zijn. Het hof wijst erop dat onder een oorzaak die voor risico van de werknemer zelf komt, in elk geval wordt verstaan een buiten de uitoefening van de werkzaamheden gelegen omstandigheid die aan de werknemer moet worden toegerekend. Denk hierbij aan kwesties zoals roken, genetisch aanleg, veroudering of van buiten komende oorzaken. Die laatste drie omstandigheden kunnen de werknemer weliswaar niet worden verweten, maar komen in de verhouding tot de werkgever voor zijn risico.
Het hof merkt op dat om van proportionele aansprakelijkheid te kunnen uitgaan, er sprake moet zijn van een kwestie waarbij onduidelijk is of de gezondheidsklachten van de werknemer zijn veroorzaakt door de werkomstandigheden bij de werkgever, of door veroudering, of door allebei, maar dat de kans dat de gezondheidsklachten door de werkomstandigheden zijn veroorzaakt niet heel klein mag zijn. Het hof concludeert uit de hiervoor omschreven omstandigheden dat van zo’n onduidelijke situatie geen sprake is. Het hof overweegt dat met wat de deskundigen hebben verklaard de kans dat de werkomstandigheden hebben geleid tot de gezondheidsklachten van de werknemer, té klein is in verhouding tot veroudering als oorzaak van die klachten. Het hof verwerpt dus ook het beroep op proportionele aansprakelijkheid.
Conclusie
De vorderingen van de werknemer worden op beide voornoemde punten afgewezen. Het hele arrest lees u hier. Heeft u vragen over een beroepsziekte, lees dan hier verder of neem direct contact op!
Olympisch Stadion 24 - 28 | 1076 DE Amsterdam
Locatie Amersfoort
Krommestraat 70 | 3811 CD | Amersfoort
Locatie Hilversum:
Elzenlaan 61 | 1214 KK | Hilversum